Leven in gemeenschap
Als Reguliere Kanunniken van Lateranen zijn wij priesters van het gemeenschapsleven, ‘n oude instelling die teruggaat naar de eerste eeuwen van de Kerk. Wij hebben geen speciale stichter. Wij zouden kunnen zeggen dat onze stichter de Kerk is die zich aan de wereld voorstelt om de opdracht van Jézus Kristus : de gemeenschap tussen de mensen, zonen van God. te volbrengen
De “presbytes” (oude kerkvaders) waren de eerste, zelfs ten tijde van de kerkvervolgingen om het gemeenschappelijke leven in de praktijd te brengen. H. Eusébius van Vercelli (300-371) H. Martin de Tours (316-397) maar vooral de H. Augustinus van Hippone (354-430) zijn de meest geciteerde voorbeelden.
Deze heilige bisschoppen hadden als reférencie het samenleven van Jésus met zijn apostelen. en bovenal het stralende voorbeeld van de eerste gemeenschap van Jérusalem, die vanaf het begin voorstond om het leven en het onderricht van Jezus te beleven.
De handelingen van de Apostelen vertellen ons : ” de menigte van degenen, die geloofden, was een van hart en een van ziel; en niemand zei, dat iets van hetgeen hij had, van hem was, maar alles was gemeenschappelijk.
De woorden van de Paus herinneren ons eraan dat het niet volstaat om onder één dak te wonen.
Wanneer Sint Augustinus zich richt tot zijn priesters haalt hij de teksten van de handelingen van de Apostelen aan en bevestigt :” Zegt van niets dat is van mij, maar onder u moet alles gemeenschappelijk zijn.
De kanunniken gemeenschappen beantwoorden aan de sterke en radicale eisen van het Evangelie. Ze zijn het resultaat van een volwassen geloof waardoor zij die voorbestemd zijn tot de goddelijke eredienst, niet alleen het ideaal van broederschap en solidariteit die ons door Jezus wordt voorgesteld, te prediken, maar om kleine gemeenschappen te vormen die verzameld rond de bisschop, de vader en de leraar, het evangelische ideaal van broederlijke gemeenschap beleven.
De Kerk van alle tijden heeft voortdurend het gemeenschappelijk leven van de priesters gezien als ’n bescherming voor ’n heilig leven en ’n ondersteuning voor het priesterapostolaat.
In onze tijd ook stelt de Kerk aan de priesters voor, zie het Tweede Vaticaanse Concilie, ’n zekere vorm van samen leven of zelfs ’n levensgemeenschap en zij voorziet de voordelen in het feit elkaar te helpen in de vorming van het spirituele en intellectuele leven, om beter samen te werken in het apostolaat en om de eventuele gevaren van eenzaamheid te vermijden.
De Paus de Heilige Johannes Paulus II, in ’n toespraak aan de reguliere Kanunniken van Sint Augustinus, op 6 september 2001, ter gelegenheid van het Canoniale Congres herinnert ons eraan dat ons leven “’n typische vorm is van het kloosterleven met als karakter het broederlijk samenleven, het apostolaat en ’n sterk liturgische leven.
De pijlers van ons “samen leven” en die ons de vreugde bezorgen zijn:
- De kapel : het gemeenschappelijk gebed en het breviergebed.
- De eetzaal : de gezamenlijke maaltijden , samen eten
- De gemeenschappelijke ruimte waar we kunnen samenkomen om het gewone leven van elke dag te delen.
- Een moment van ons samen leven, waaraan wij niet kunnen ontkomen is het maandelijkse kapittel van het huis : wij komen te samen om over ons dagelijkse leven en ons pastorale werk te praten.
Wij houden ons altijd voor ogen het Idéaal dat ons door de regel wordt voorgehouden: